Groen, groener, groenst. En bruin.

Groen, groener, groenst. En bruin.

Vrijwel tegelijk komen we bij de receptie aan van Villapark De Hondsrug, mijn dochter met haar gezin in de eerste auto, ik in de tweede, komend uit tegenovergestelde richting. Ilona ontvangt ons allerhartelijkst, voorziet ons van de nodige informatie en wenst ons een prettig weekend samen.

Oma, mag ik bij jou in de auto? vraagt de jongste, mijn pittige kleindochter van zes.

Natuurlijk mag dat en ze legt haar stoelverhoger op de zitting naast mij, klimt in de auto en klikt haar gordel vast. Met de route in ons hoofd en op papier rijden we door het park, een smalle weg met aan weerskanten het lichte lentegroen van bomen, struiken en gras.

Ons onderkomen voor dit weekend doet zijn naam eer aan: villa, het blijkt een zeer riante vrijstaande woning en van alle gemakken voorzien. Enkel de deur is te smal om een volwassene en drie kinderen tegelijk door te laten. Na enig gedrang en wat vermanende woorden is iedereen dan toch binnen.

Oma, mogen we het huis verkennen? vraagt kleinzoon van acht.

Met zijn broer van elf stormt hij de trap op.

Oma, ik ga een plattegrond van het huis maken, zegt de oudste als hij weer beneden is. Hij installeert zich met pen en papier aan de ruime eettafel. Het is hier zo groot, voegt hij eraan toe.

Oma, mag ik bij jou slapen? Kijk, dan hebben we een eigen badkamer met onze eigen wc. Kleindochter kijkt me smekend aan, het hoofd een tikje schuin, haar paardestaart blijft op en neer dansen.

Mijn lief kan er vannacht niet bij zijn, dus ik stem toe. Beide kleinzoons hebben deze nacht elk hun eigen kamer en delen de badkamer boven met hun ouders.

Oma, er zijn vier wc’s, roept de achtjarige na het voltooien van zijn verkenningstocht. Hij ploft neer op de bank om even uit te blazen.

Als de auto’s uitgeladen zijn, open ik de tuindeuren naar het terras. Drie kinderen vliegen langs mij heen naar buiten, kijken even om zich heen en dan slaan de jongste twee linksaf waar de speeltuin tussen de bomen door gloort. Achter elkaar sluipen ze door het open struikgewas, speurend naar bijzonderheden, hun koppies naar beneden gericht, hun voeten in de laarzen hoog optillend. Af en toe klinkt er een kreet: een naaktslak, of kijk uit, brandnetels. Het lentegroen om hen heen kent vele schakeringen. De blaadjes aan de bomen die nog bijna kaal zijn, zijn geelgroen, het bruin van stam en takken overheerst. De struiken zijn al ruimschoots voorzien van lichtgroene blaadjes, maar toch donkerder dan die van de bomen. Het gras is frisgroen, zo fris als alleen de lente kan zijn. Het bruin van de herfstbladeren van vorig jaar laat dat frisgroen nog beter tot zijn recht komen.

 

De oudste is rechtsaf gegaan en struint nu door de bosrand grenzend aan ons grasveld, op zoek naar wat er te vinden valt. Hij gaat een hut bouwen, zijn fantasie is al met hem op de loop. De vogels in de bomen rondom ons kwetteren er lustig op los. De zon breekt door de wolken heen. Met een kop koffie installeren wij volwassenen ons op het terras met boek en handwerkje.  Dit belooft een heerlijk relaxed weekend te worden.

Na het avondeten ontsteken we de houtkachel en maken het ons gemakkelijk voor de buis.

De volgende ochtend ontbijten we nog binnen, maar daarna kunnen de tuindeuren weer open. En de natuur struintochten van gisteren worden voortgezet. Ook de speeltuin wordt nu pas echt ontdekt en we zien de kinderen een tijd niet terug. Hun fantasie kent geen einde, heerlijk nog op die leeftijd. Tot ze zin in eten en drinken hebben natuurlijk. Dan weten ze onze villa feilloos terug te vinden.

We doen boodschappen in het gezellige Borger en kopen korte broeken omdat het weer zich van een veel betere kant laat zien dan de voorspellingen hadden voorspeld. De kinderen raken niet uitgespeeld op het grote bosterrein wat ooit een camping is geweest. Overal valt wel iets te ontdekken. En ´s avonds ontsteken we opnieuw de haard en doen spelletjes rond het haardvuur.

Zondag is het zelfs zulk mooi weer dat we een teiltje met water buiten zetten voor de kinderen om mee te spelen, een paar plastic bakjes erbij uit de keukenkastjes en je hoort ze niet meer. Het water wordt bruin, en nog wat bruiner want er wordt chocoladesoep gemaakt. Driftig roeren ze met soeplepel en pollepel in hun bakjes en allemaal moeten we proeven.

Dit smaakt naar herhaling.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.