Ik had het helemaal voor mekaar, had een prima balans gevonden tussen coachen en schrijven. Niet om de twee weken drie dagen schrijven, maar elke dag een paar uurtjes. Als ik mijn gesprekken aan het begin en aan het eind van de dag plan, wat de meeste coachees willen, kan ik in de tussenliggende tijd een paar uurtjes aan mijn boek werken. Meestal lukte dat, soms niet, maar af en toe een dag overslaan is geen probleem. Ik vond het een perfecte balans en schoot lekker op met mijn boek.
Balans bestaat echter bij de gratie van onbalans en is dus nooit statisch, bij mij blijkbaar ook niet. Op een gegeven moment bleek dat ik sommige, ook belangrijke dingen niet meer deed. Ik was zo druk met coachen en schrijven dat ik vergat mijn administratie bij te houden, evaluatieformulieren te versturen nadat de trajecten afgerond waren of aan acquisitie te doen. Er waren geen momenten meer waarop ik dacht: wat moet er verder nog gebeuren? Voor voorbereidingen van teamcoachings en het maken van offertes maakte ik uiteraard wel tijd, maar voor de andere, minder leuke dingen dus niet.
Ik moest op zoek naar een nieuw evenwicht. Eén waarin ook ruimte was voor al die andere dingen. Nu zit ik één keer in de week met de benen op tafel om te zien wat er verder nog moet gebeuren. Ik maak afspraken maken met mezelf, die beslist niet mogen worden afgezegd. En op die manier hervind ik mijn balans. Die op zijn beurt wel weer even dynamisch zal zijn als zijn voorganger.
Misschien moeten we het statische woord balans vervangen worden door het werkwoord balanceren. Want je blijft ermee bezig en dan weet je tenminste waar je aan toe bent.