‘Ik moet steeds aan de verwachtingen van anderen voldoen.’
Daar hebben we het vaker over gehad, mijn vriendin en ik. Als iemand zijn verwachtingen naar haar uitspreekt, voelt ze druk, heel veel druk om er aan te voldoen.
‘Zaterdagavond bijvoorbeeld, de kinderen uit logeren. Hij maakte een toespeling op het feit dat we dan eindelijk weer eens samen op de bank konden zitten. En dat we wel zouden zien wat er gebeurt. Ik weet wat hij wil, en dat wil ik ook. Maar ik voel zo veel druk, dat ik het niet meer wil.’
Tja, dat herken ik. En ik ga na hoe dat bij mij werkt. Wat gebeurt er als ik mezelf onder druk zet om aan de verwachtingen van een ander te voldoen? Ik schiet in de weerstand, net als mijn vriendin. Maar waarom? Ik denk dat mij iets wordt opgelegd en daar houd ik niet van. Want stel je voor dat ik er, op het moment suprême, ineens geen zin meer in heb en er dan niet meer onderuit kan? Pfff, dan moet ik die ander misschien wel teleurstellen. En dat wil ik niet.
Ben ik bang om teleur te stellen, of om afgewezen te worden? Zou zo maar kunnen. En dan is het mijn eigen angst die mij tegenhoudt om te doen wat ik graag wil.
Achter angst gaat vaak een verlangen schuil, bijvoorbeeld een verlangen om erbij te horen en niet afgewezen te worden. Maar dat verlangen kan natuurlijk ook op een andere manier vervuld worden. En alleen al deze wetenschap, dit te weten geeft zoveel ruimte dat het de angst voor een deel weg neemt. En dan zou ik zomaar kunnen zeggen: kom maar op zaterdagavond, dat wordt leuk.