21 Vervolgens (passage uit mijn aanstaande roman)

21 Vervolgens (passage uit mijn aanstaande roman)

Een rood, nauwsluitend jurkje, bijpassende zonnebril in haar haren, badlaken in de ene en het boek over de filosoof Kierkegaard in de andere hand, zo verlaat Lysbeth het hotel op weg naar het strand. Buiten wordt ze verblind door de felle zon, schuift de zonnebril voor haar ogen en kijkt om zich heen. Weelderige oleanderstruiken, in kleur variërend van zacht-geel en licht-roze tot diep karmozijnrood; met knoppen, volgroeide bloemen en schijnbaar uitgedroogde vruchten, toch vol leven. Lysbeth plukt een steel met prachtige bloemen. Het sap loopt eruit en plakt aan haar vingers, alsof de bloemen willen zeggen: koppel ons niet los van onze bron. Ze merkt het niet.

Druipend stapt ze even later het zeewater uit en loopt terug naar haar strandstoel. Ze kijkt om zich heen, droogt haar gezicht en dept haar haren, installeert zich op haar stoel en verstopt zich achter boek en zonnebril. Bladerend door het boek, zoekend naar de betekenis van die rare zin, dat angst de duizeling van de vrijheid is, valt haar oog op een andere tekst:

Het is beslist waar, zoals de filosofen zeggen, dat het leven naar achteren moet worden begrepen. Maar ze vergeten de andere kwestie, dat het leven naar voren moet worden geleefd.

Er verschijnt een glimlach om haar mond en rimpeltjes rond haar ogen. Ha, herkenning, dat weet toch iedereen? Alleen als je terugkijkt kun je begrijpen waarom iets gebeurd is. Wat je meeneemt aan ervaringen en belevenissen en wat je geleerd hebt zit in je rugzak. Meestal weet je wat er in zit, soms niet, beide kunnen ballast zijn voor de toekomst. Lysbeth heeft zich wel eens afgevraagd hoe het zou zijn als je achterstevoren zou kunnen leven, maar dat afgedaan als grote onzin. Filosofen denken hier dus wel over na. Misschien is filosofie toch iets voor haar, zij mag ook graag nadenken.

Ze kijkt om zich heen, nieuwsgierig. Dan ziet ze hem staan, woest aantrekkelijk zou haar zestienjarige dochter Miranda gezegd hebben, de jongen van de strandstoelen. Hij ziet haar ook en trekt lachend zijn wenkbrauwen op, het lijkt of hij knipoogt. Dat zal ze zich wel verbeelden, zij is toch veel te oud om mee te flirten? Hoe oud zou hij zijn? Moeilijk te schatten, zoals hij daar staat met zijn armen over elkaar. Bruin verbrand, een robuuste schouderpartij, stevige bovenarmen en een gespierde buik, breed voorhoofd, zware wenkbrauwen en een grote neus, het zwarte korte haar staat hem goed. Zijn negroïde trekken maken iets in haar los. Straks zal hij langskomen om het geld te innen voor de huur van deze stoel. Lysbeth verheugt zich erop.

De vorderingen van deze roman zijn te volgen op www.facebook.com/PaulaSchrijft (gewoon even ‘vind ik leuk’ aanvinken). Uitgenodigd worden voor de boekpresentatie, als de roman klaar is, kan door nu al te bellen met Paula (06 2242 9898) of te mailen naar paula@lachendnaarjewerk.nl

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.