Van ijstijden, prehistorie en Google maps

Van ijstijden, prehistorie en Google maps

Vandaag gaan we de geschiedenis van Drenthe (her)ontdekken. Met drie leergierige kleinkinderen en een geschiedenis minnende schoonzoon moet dat haast wel een succes worden.

Aan het eind van de ochtend vertrekken we daarom naar Borger, naar het Hunebedcentrum. Door de keientuin (ongelofelijk hoeveel soorten keien er zijn, die ook nog allemaal een andere soortnaam hebben en door de ijstijd naar Drenthe zijn gebracht) lopen we naar het grootste hunebed van Nederland. Die D27 is met zijn 22,6m lengte ook nog het langste steengraf. En het heeft ook het grootste aantal draagstenen (26 maar liefst) en zijn grootste deksteen is de zwaarste hunebedsteen die nog bestaat. De D27 moet je dus gewoon gezien hebben.

Vervolgens gaan we op expeditie naar ijstijden en prehistorie. Zo knap hoe ze het hier weten in te richten voor kinderen. Mijn kleinkinderen vinden het allemaal even interessant. We leren over diverse steensoorten en hoe die in Drenthe terecht kwamen, we lezen over Neanderthalers die in Drenthe woonden, we leren over het ontstaan van de Hondsrug en hoe bijzonder die is, we zien dat het noordelijker gelegen Gieten (ja, ook Drenthe) ooit zelfs aan zee zag. De kinderen kijken geboeid, in alle hoeken van het gebouw, naar verschillende beeldschermen waarop de ontstaansgeschiedenis van Drenthe wordt uitgebeeld.

Dan gaan we naar de bioscoopzaal en volgen de weg die een steen uit de oertijd aflegde om hier te geraken. Prachtige verstilde beelden komen voorbij met passende muziek.

Door de bioscoopzaal komen we in het eigenlijke Hunebedcentrum, waar van alles wordt tentoongesteld uit de tijd dat de hunebedden werden gebouwd. Op een beeldscherm kunnen kinderen zelf een hunebed bouwen, ze kunnen archeoloogje spelen, tussen oermensen doorlopen en zelf een zware hunebedsteen verplaatsen met behulp van een hefboom en verschillende, dwars op elkaar gelegde boomstammen. We leren dat hunebedden meer dan 5.000 jaar geleden gebouwd zijn en daarmee nog ouder zijn dan piramides.

Tenslotte bezoeken we het Oertijdpark en wandelen door 150.000 jaar verleden tijd. We struinen langs en door rietgedekte keuterboerderijtjes, lopen over oeroude maar nieuw aangelegde veenwegen, tussen plassen waar kikkers met vol geblazen wangen kwaken dat het een lieve lust is. We leren hoe men vroeger het graan droog en ongediertevrij bewaarde in een graanspieker op poten, we kunnen water oppompen met een echte oude pomp en de kinderen bouwen van leem zelf een miniatuur hutje.

 

Aan het eind van ons bezoek drinken we koffie en chocolademelk in het museumcafé.

Thuis, op Villapark De Hondsrug, trekken ze alle drie het bos in om hutten te bouwen, elk hun eigen. En om de oertijd uit te spelen die ze vanochtend hebben ervaren.

Na een heerlijke nachtrust en een uitgebreid ontbijt gaan we op zoek naar hunebed D31, dat op 750m afstand van onze villa moet liggen. Google maps weet het feilloos te vinden, nu wij nog. We verlaten het park aan de achterzijde en slaan meteen rechtsaf, een graspad langs het park. Hier is overduidelijk de glooiing van de Hondsrug te zien, de grond daalt en stijgt zachtjes aan de overkant van het grasveld, daar waar het bos begint. Aan het eind van het pad slaan we linksaf een fietspad op, het keienpad ernaast geeft aan dat deze weg heel oud is. Misschien wel uit de tijd van de Romeinen, zegt de oudste die zeer geïnteresseerd is in geschiedenis. Waar de weg een bocht naar rechts maakt, slaan wij linksaf het bos in en al heel snel zien we daar hunebed D31 liggen. Ook een hele grote, maar uiteraard kleiner dan die in Borger. Met de kennis die we gisteren opdeden in het Hunebedcentrum kijken we nu anders naar een hunebed. Maar net als ik vroeger, en mijn kinderen later, klauteren ook mijn kleinkinderen over, op en door de D31 heen. Boeiende dingen, die hunebedden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.