Genieten of werken of beide?
Zaterdagochtend heel vroeg:
‘Wat ga jij doen vandaag?’
‘Uitslapen, voetbal kijken bij de jongste, leuke dingen doen met de oudste, winkelen, en dan ben jij er weer.’
‘Maar je wou toch de schuur opruimen?’
‘Klopt, maar dat kan nog wel. Vandaag wil ik genieten van de kinderen.’
‘Ik wou dat ik zo kon denken. Ik heb nog zoveel te doen.’
‘Maar jij hebt tijd genoeg, jij wordt heel oud, zeg je altijd. Ik verwacht niet zo oud te worden.’
‘Maar dan moet je toch juist meteen alles doen, als je niet oud wordt?’
‘Nee, dan moet je genieten. JIJ hebt alle tijd, dus jij kunt heel veel doen.’
Zo kun je het ook bekijken. Als je hebt geleerd dat hard werken goed is, kan het lastig zijn om te genieten en te ontspannen. Cliché: als je nog maar één dag te leven had, wat zou je dan gaan doen? Alles afmaken wat afgemaakt moet worden of je naasten om je heen verzamelen en van hen genieten?
Bovendien, als je heel oud wordt, heb je tijd genoeg om alles te doen wat je zou willen doen. Dus kun je nu genieten van wat er te genieten valt. En dat kán natuurlijk werken zijn. Of de mensen om je heen…