Half april, halverwege mijn halfjaarprogramma 10kilolichter en op de helft van mijn af te vallen kilo’s. Inderdaad, vijf kilo’s verdwenen als sneeuw voor de zon, met tussentijds slechts één korte motivatiedip. De laatste vijf loodjes zullen eind juni gesmolten zijn. Maar zo ver is het nog niet.
Eerst was er nog de dag na mijn schoonvaders crematie: het gewone leven weer oppakken, achterstanden wegwerken en eindelijk echt gaan hardlopen voor die laatste vijf kilo’s. De juiste schoenen aan en gaan met die banaan. Vier minuten tempo, één minuut wandelen en dat een half uurtje volhouden. Ik hou het vol, vind het leuk en het gaat nog lekker ook. Dit doe ik vaker. Drie keer in de week. Dat ga ik plannen.
Dertien dagen later. De zon is al langer op dan ik, schijnt rechts van mij door de nog lichtgroene boomtoppen terwijl ik hardlopend links afsla, de dam af, de weg op, nog een keer links, dan rechts. Na 600 meter stop ik om het hekje te openen, dat bedoeld is om loslopende schapen op de VAMbult te houden. Wandelend ga ik naar boven, loop daar een rondje en zie hoe de zon inmiddels hoog aan de hemel staat. Tenminste, dat lijkt zo. Als ik naar beneden ren, onderwijl genietend van het uitzicht, daalt de zon met mij mee. Beneden aangekomen schijnt hij wederom – of nog steeds? – door de boomtoppen. Grappig, het punt van waaruit je kijkt, bepaalt hoe je het ziet. Vanaf hetzelfde niveau lijken de onderlinge verhoudingen anders dan van bovenaf, vanwaar je overigens meer kunt zien en verder (vooruit) kunt kijken.
En zo ontstaat mijn dilemma. Als ik ’s ochtends de VAMbult ben opgegaan, ga ik toch niet diezelfde dag nog eens hardlopen? Twee keer op één dag is veel te veel. Maar beiden doen mij goed en elk dient een ander doel. Mijn ochtendtraining gebruik ik om mentaal fit aan de dag te beginnen, om beter en vooral efficiënter te werken. Dat is geen hardlopen, maar een dagstart dus. En als je het ene anders noemt, doe je wat overblijft maar één keer. Zo kan ik later op diezelfde dag echt hardlopen en wordt wat eerst overdreven leek prima te doen.
Jezelf voor de gek houden? Niks mis mee.